AC Luxatie

Dr. YVES DEPAEPE

AC Luxatie

AC LUXATIE of ACROMIO-CLAVICULAIRE LUXATIE

  1. WAT

Het AC gewricht is het gewricht tussen acromion (schouderdak, deel van schouderblad) en het sleutelbeen (clavicula). De gewrichtsuiteinden zijn bedekt met kraakbeen en ertussen bevindt zich een soort meniscus (kraakbeen schijfje).

Beide beenderige uitsteeksels zijn sterk met elkaar verbonden door een stevig kapsel (acromio-claviculaire ligamenten). Het sleutelbeen is bijkomend gestabiliseerd door 2 gewrichtsbanden vooraan tussen processus coracoideus (voorste uitsteeksel van schouderblad) en het sleutelbeen (trapezoid ligament en coronoid ligament).

Door een val op de schouder of een val op een uitgestrekte arm kan er een ontwrichting ontstaan van het AC gewricht. Doordat de gewrichtsbanden scheuren, kan het sleutelbeen zich naar boven verplaatsen en vormt er zich een trapstand aan het uiteinde van het sleutelbeen.

Men onderscheidt een zestal types van luxaties, volgens de ernst van de letsels

  • Graad 1 : kneuzing  / verrekking van het AC-gewricht zonder echte ligamentaire scheuren.
  • Graad 2 : Scheur van het kapsel rond het AC-gewricht.
  • Graad 3 : Tevens scheur van twee andere gewrichtsbanden (coronoid en deltoïd ligament)
  • Graad 4 : Het sleutelbeen perforeert ook de spieren, die deels zijn afgescheurd.
  • Graad 5 : Idem, met grote verplaatsing en belangrijke afscheuring van de spieren
  • Graad 6 : Idem, maar met verplaatsing van het sleutelbeen naar onder.

 

  1. OORZAAK
  • Trauma, val.

 

  1. KLACHTEN
  • Pijn, varieert afhankelijk van de ernst van het letsel
  • Zwelling bovenop de schouder
  • Blauwe tot geelachtige verkleuring vooraan de schouder
  • Zichtbare trapstand bovenop de schouder

 

  1. ONDERZOEKEN EN DIAGNOSE
  • Bij klinisch onderzoek is de trapstand duidelijk merkbaar.
  • Bij druk op het uiteinde van het sleutelbeen kan dit naar beneden geduwd worden, wanneer we het sleutelbeen weer loslaten, zien we het uiteinde onmiddellijk terug naar boven schieten (piano toets teken).
  • Radiografie toont ons de graad van de ontwrichting en/of eventuele breuken.
  • In zeldzame gevallen is er bijkomend noodzaak tot echografie of CT scan.

 

  1. BEHANDELING

Alle graad 1 en graad 2 letsels en sommige graad 3 letsels worden op een niet operatieve manier behandeld.

NIET OPERATIEVE BEHANDELING

  • Schouderverband of sling voor 3 weken.
  • Ontstekingsremmende medicatie en pijnstillers.
  • Kinesitherapie met focus op herstel van de beweeglijkheid kan meestal gestart worden na een 3 tal weken.
  • Niet heffen of tillen gedurende de eerste 6 weken.

Sommige graad 3 letsels en bijna alle graad 4,5 en 6 letsels worden operatief behandeld.

OPERATIEVE BEHANDELING

Het sleutelbeen wordt operatief terug op de juiste hoogte gezet en ter plaatse gehouden met pinnen, draden, schroeven, hoekplaten, pees, …

Meestal opteren wij voor recente ontwrichtingen voor het gebruik van een tight rope. Dit is een dikke koord die gespannen wordt tussen het sleutelbeen en het coracoid uitsteeksel en opgespannen wordt op twee knopen. Dit brengt het sleutelbeen terug op de correcte hoogte en geeft de beschadigde ligamenten de kans om te herstellen op de juiste lengte. Indien het kraakbeen van het gewricht bijkomend beschadigd is, wordt het uiteinde van sleutelbeen ook verwijderd (AC resectie).

Bij laattijdige detectie en chronische letsels gebruiken we bijkomend een eigen pees om het sleutelbeen te stabiliseren.

NARCOSE EN ZIEKENHUISVERBLIJF

De ingreep gebeurt onder korte algemene narcose in combinatie met een lokale verdoving (interscaleen blok).

Na de ingreep verblijft u 1 nacht in het ziekenhuis.

 

  1. COMPLICATIES 
  • Blijvende pijnklachten.
  • Esthetisch blijvende hoogstand van sleutelbeen.
  • Licht krachtverlies.
  • Loslating van de fixatie van het gebruikte materiaal of pees.
  • Infectie risico wordt gereduceerd door toediening van antibioticum tijdens de ingreep.
  • Schade aan bloedvat of zenuw zijn theoretische complicaties maar in werkelijkheid zo goed als onbestaande.

 

  1. REVALIDATIE

Om een frozen shoulder te voorkomen wordt snel met oefentherapie gestart. De eerste oefeningen (pendelen) worden in het ziekenhuis aangeleerd.
Gedurende de eerste 3 weken moet gebruik gemaakt worden van een draagverband om de heling van de ligamenten de beste kans te geven.
Gedurende de eerste 6 weken mag er absoluut geen zware belasting zijn en proberen we alle beweeglijkheid boven het niveau van de schouder te vermijden.Er wordt bijkomend een schema meegegeven om kinesitherapie te starten zo nodig vanaf 3 weken.

 

  1. WEETJES

Probeer de pijn onder controle te houden met de voorgeschreven pijnstillers en ijsapplicaties.

Hou de wondjes proper en droog. Douchen is toegestaan met een douche pleister ( opsite, tegaderm, ..) De hechtingen kunnen na 14 dagen verwijderd worden door de thuisverpleging of uw huisarts

Arbeidsongeschiktheid ligt tussen 3 weken en 4 maanden en is afhankelijk van de inhoud van de job. Bespreek dit voor ingreep met uw arts.

Autorijden. U mag beginnen autorijden wanneer u zelf voelt dat u gemakkelijk kan sturen met beide handen zonder enig probleem. Hiervoor zou u uw arm comfortabel boven schouderniveau moeten kunnen heffen. Voor de meeste mensen is dit ongeveer vier à zes weken na de ingreep.

Sporthervatting. Lopen en fietsen is toegestaan vanaf 3 weken als de eerste pijn en zwelling verdwenen zijn. Hervatten van andere sporten is individueel verschillend en sterk sportspecifiek. Dit kan besproken worden met uw behandeld arts.

Het materiaal (tight rope) kan ter plaatse blijven en hoeft niet verwijderd te worden.